zondag 23 november 2014

Lange tocht

vrijdag 21 november
We zijn onderweg. Het is nog drie kwartier stappen vanaf dit punt. Het wiel van de kruiwagen zakt steeds weg in het zand en Giel zijn armen vallen er bijna af maar we gaan door. Een flinke teug jenever uit pa De Beer (Giel De Beer zijn vader) zijn drankkast en we kunnen er weer tegenaan. We twijfelen wel hoe groot de kans is dat het goed afloopt en we houden het op 2%. We gaan om de Zwartkuil heen, een grote krater waarvan het ontstaan een raadsel is. Dit is ook de plaats waar ik Elisa vorig jaar heb gezoend. Het is al half vier en we beseffen dat het te laat is. We dumpen het lijk in een beek samen met de kruiwagen en we gaan huiswaarts. Morgen werken we dit af. We hebben eigenlijk alledrie een gelijkenis: een ouder die we moeten missen. Mijn vader is dood, Giel zijn moeder is gaan lopen en Elisa haar vader zit in de bak voor het oplichten van zijn eigen bankkantoor. Dat is de reden waarom we vrienden zijn geworden, ookal spraken we er nooit over. Ik ben bij Giel blijven slapen omdat ik tegen mijn moeder had gezegd dat ik gewoon bij hem ging logeren. De volgende dag ga ik na een ontbijt van pa De Beer naar huis rond 9uur. Als ik langs het kerkhof stap zie ik twee combi's en enkele mensen staan. Ik vraag hen wat er aan de hand is en ze zeggen me wat ik niet wilde horen: "Er is vannacht een lijk opgegraven". Na dit nieuws ga ik snel door naar huis.

de crematie

zondag 23 november
Elisa had de eer om het vuur aan te steken. Met een lucifer stak ze het krantenpapier aan wat op zijn beurt het met benzine doordrenkte hout aanstak. Het vuur was al goed aan het branden met veel geknetter toen ook de kist begon te branden, onze opdracht was bijna volbracht. De vlammen werden plots veel groter en kwamen wel twee meter boven de kist uit. De laaghangende takken van de sparren vatten vuur en klommen langs de stam omhoog. We maakten ons uit de voeten, gingen zo hard als verzwakte Elisa kon. Met de brandweersirene op de achtergrond gingen we naar huis. De volgende dag was er 23 hectare bos afgebrand en de politie had de tweeling De Beer opgepakt in verdenking van brandstichting. Over de kist wisten ze niets. Elisa ging naar het politiebureau en zei dat ze alleen de brand had gesticht. Ze had iedereen gered en van Franzen waren we vanaf. Twee dagen later stierf ze aan leukemie.  

De Rode beek

zaterdag 22 november
Eergisteren hebben we het lijk gedumpt, deze nacht werken we het af. Ik heb met Giel afgesproken aan het bos, Elisa kon niet komen omdat ze te ziek is. Ze heeft leukemie.
Toen we elkaar zagen aan het bos hoorden we geluid in de struiken, we hadden schrik maar dan zagen we dat het Elisa was. ze zag er echt niet goed uit maar is toch gekomen. We namen de kist en de kruiwagen uit de gracht en we reden verder naar de beek. Er stond aan het bos ook een auto met twee mensen in maar we stelden ons geen vragen. Toen we aan de plek aankwamen legden we nog meer hout op de brandhoop die we enkele dagen eerder hadden gemaakt. Achter ons ging er een zaklamp aan. We schrokken maar het was de tweeling De Beer die in de auto zat daarnet. Ze verklaarden ons gek dat we een lijk wouden verbranden en ze zeiden dat we satanisten waren. Na nog twintig keer gezegd te hebben dat we gestoord waren vertrok de tweeling terug.

vrijdag 21 november 2014

Nieuwe school

woensdag 19 november
Enkele jaren geleden toen we van de Bavikschool naar het Gilbertcollege gingen om naar het Middelbaar te gaan hadden we alledrie ons eerste liefje. We waren toen twaalf jaar en we konden er niet over zwijgen op onze nieuwe school. Giel en ik voetbalden soms met de jongens en Elisa babbelde soms samen met de meisjes, maar meestal zaten we samen op ons bankje. Op een dag, toen we op ons bankje zaten, kwam meneer Franzen op de speelplaats. Hij was aangesteld als klusjesman op het Gilbertcollege nadat hij op een vacature in de krant was afgekomen. Elisa sprak soms af met hem in de vakantie om fotoshoots te doen. Giel en ik vonden dit zeer vreemd, maar ze zei dat we er niets achter moesten zoeken en dat we gewoon jaloers waren. We hadden haar alleszins gewaarschuwd.

woensdag 19 november 2014

Bende van meneer Franzen

donderdag 20 november
Ik ben Rob. En samen met mijn vrienden Giel en Elisa zijn we de bende van het Konijn, ook wel de bende van meneer Franzen genoemd. Meneer Franzen was de klusjesman bij mij en mijn vrienden op school. Hij is overleden en we zijn naar zijn begrafenis geweest en ondertussen is hij ook begraven. De nacht na de begrafenis zijn we samen de kist gaan opgraven op het kerkhof. De put is terug dicht en we hebben geen sporen achtergelaten. Nu zijn we op weg, met de kist op een kruiwagen, naar de Rode Beek om het lichaam van meneer Franzen daar te verbranden.